Van plastic naar papier, dat lijkt een logische stap om verpakkingen duurzamer te maken. Die verschuiving is al enkele jaren duidelijk zichtbaar. Bovendien kunnen bedrijven met doelstellingen wat betreft duurzame verpakkingen rekenen op heel wat goodwill van de consument. En gezien het hoge recyclagepercentage (90 procent in Nederland en 92 procent in België) lijken papier- en kartonverpakkingen een belangrijke bijdrage te leveren aan de circulaire verpakkingsketen. Maar is papier-karton echt de eindoplossing? Fost Plus en KIDV roepen op tot een realistischere en op feiten gebaseerde aanpak.
Dat kwam tijdens het seminar 'The future of fibre-based packaging in the circular economy', dat het KIDV en Fost Plus op 17 november organiseerden, naar voren. Beide organisaties nodigden een aantal deskundigen uit om de stand van zaken te bespreken van het inzamelen, sorteren en recycleren van papier-karton in Nederland, België en Europa. Het tweede deel van het seminar bestond uit een levendig debat tussen Karine Van Doorsselaar (Universiteit Antwerpen), Rob Hoitink (Nestlé), Peter Hengesbach (Stora Enso) en Chris Bruijnes (KIDV). Er namen ongeveer 400 partijen deel aan het seminar die de volledige waardeketen van vezelverpakkingen vertegenwoordigen. Dat deden ze in levenden lijve in de prachtige zoo van Antwerpen of online.
Ambitie: naar 100 procent recyclage
Coen Bertens van het Afvalfonds Verpakkingen gaf uitleg over de Nederlandse praktijk en resultaten. In Nederland is de stroom ingezameld oud papier-karton de voorbije jaren met ongeveer 4 procent per jaar toegenomen. Het aandeel verpakkingen in deze stroom is sterk toegenomen, onder meer omdat er meer producten online worden besteld. Drankkartons worden echter niet meegerekend in deze stroom. Het recyclagepercentage van drankkartons (31 procent) hinkt achterop ten opzichte van andere stromen. “Dat zal verbeteren wanneer in 2023 een afzonderlijk recyclagedoel voor drankkartons van kracht wordt”, verwacht Bertens.
Fost Plus heeft de ambitie om tegen 2025 alle verpakkingen op de Belgische markt te recycleren. “Vandaag haalt België 92 procent voor papier-karton en 73 procent voor drankkartons”, aldus Mik Van Gaever van Fost Plus. De Belgische aanpak om dat doel te bereiken is gebaseerd op 'design-for-recycling'-richtlijnen. Die zetten bedrijven op het goede spoor om verpakkingen zodanig te ontwerpen dat ze goed aansluiten bij de bestaande sorteer- en recyclage-infrastructuur. Dankzij de op activiteiten gebaseerde berekening van het Groene Punt-tarief profiteren compatibele verpakkingen van een lagere prijsstelling. “Uiteindelijk willen we door optimalisatie en innovatie van het verpakkingsontwerp komen tot een score van 100 procent. Bovendien kijken we ook naar het effect van hergebruik op de stroom van 'on-the-go'-verpakkingen.”
- Klik hier voor de presentatie van Coen Bertens (Afvalfonds Verpakkingen).
- Klik hier voor de presentatie van Mik Van Gaever (Fost Plus).
Verpakkingsontwerp met het oog op een betere recycleerbaarheid
De ‘design-for-recycling’-richtlijnen in Nederland ('vertaald' in de KIDV Recyclecheck Papier en Karton Verpakkingen) en België zijn zeer gelijklopend volgens Annemarie Abbeel (Fost Plus). Beide landen hanteren echter hun eigen criteria voor papier- en kartonverpakkingen. In België moet de vezelcomponent minstens 85 procent bedragen, in Nederland is dat minstens 50 procent. Voor de recyclagepercentages (die in beide landen hoog zijn) maken dergelijke verschillen niet veel uit. “Maar er komen steeds meer alternatieve vezelverpakkingen”, aldus Abbeel. "De vraag blijft echter wat het daadwerkelijke terugwinningspercentage daarvan zal zijn. Dat zou de totale recyclageresultaten kunnen beïnvloeden.”
- Klik hier voor de presentatie van Annemarie Abbeel (Fost Plus).
De verscheidenheid aan vezelverpakkingen neemt inderdaad toe, en ze presteren niet allemaal even goed wat circulariteit betreft. Nederland en België scoren goed met respectievelijk 90 en 92 procent, maar de Europese gemiddelden liggen rond de 75 procent. Het doel van CEPI, dat de belangen van de Europese papierindustrie vertegenwoordigt, bestaat erin het totale recyclagepercentage van vezelverpakkingen tegen 2030 op te voeren tot 90 procent. Daarvoor werd de 4evergreen Alliance opgericht, een sectoroverschrijdende alliantie met als doel de circulariteit en de klimaatprestaties van vezelverpakkingen te optimaliseren. Om dat te verwezenlijken hebben de partners vier tussentijdse doelstellingen voor 2025 vastgesteld, zoals programmadirecteur Susanne Haase toelichtte.
Een van die doelstellingen is een evaluatieprotocol voor papierfabrieken om de recycleerbaarheid van hun producten te beoordelen. In de nabije toekomst zal het zelfs mogelijk zijn de testresultaten te kwantificeren en te vergelijken. “Met deze tool zullen we kunnen verduidelijken welke vezelmaterialen met welke technologie kunnen worden gerecycleerd. Het geeft de sector inzicht in hoe verpakkingen vanaf de ontwerpfase duurzamer kunnen worden gemaakt”, aldus Haase. Het evaluatieprotocol zal vervolgens bijdragen tot de ontwikkeling van specifieke richtlijnen voor circulariteit en een betere inzameling en sortering.
- Klik hier voor de presentatie van Susanne Haase (CEPI/4evergreen).
Wilt u meer weten over de recyclage van vezelverpakkingen, consumententrends en Europese regelgeving? Klik hier om het seminar opnieuw te beluisteren. Of doe de volgende keer met ons mee!