Casestudy

Case Study Albert Heijn - De juiste verpakking voor elk product

 

“Als retailer willen we producten in de hoogst mogelijke kwaliteit tot bij de consument brengen, met een minimum aan verspilling”, zegt Nathalie de Boer, Packaging Specialist bij Albert Heijn. “Daarvoor kan je vaak niet zonder verpakking. Maar dat betekent niet dat we er lichtzinnig mee omgaan. Waar het met minder kan, moet het ook met minder. Bovendien zijn in 2025 al onze verpakkingen recycleerbaar.”

Verpakkingen spelen een belangrijke rol in het duurzaamheidsbeleid van de Nederlandse retailer Albert Heijn. Dat gaat gepaard met ambitieuze doelstellingen. Zo moet de hoeveelheid verpakkingsmateriaal voor de eigen merken tegen 2025 met 25 procent naar beneden, in vergelijking met 2017. Tegen dan moeten alle verpakkingen ook volledig recycleerbaar zijn.

Minder waar mogelijk

Albert Heijn is goed op weg om die doelstellingen te bereiken. Sinds 2018 werd al meer dan 7,2 miljoen kg verpakking uitgespaard, tegen 2025 loopt dat op tot 20 miljoen kg. De focus ligt onder meer op de verpakking van fruit en groenten. “Waar geen verpakking nodig is, gebruiken we die niet. Maar ook wanneer verpakking wel nodig is, kan het met minder. Zo vervangen we bij plastic bakjes het bovenste deksel door een eenvoudig te verwijderen folie. Bij zacht fruit alleen al konden we daardoor 300.000 kg plastic uitsparen, zonder dat de houdbaarheid van het product in het gedrang komt”, zegt Nathalie de Boer.

Een rationele keuze

Waar een verpakking nodig is, gaat Albert Heijn zorgvuldig op zoek naar de meest geschikte en meest duurzame oplossing. “De beste verpakking is diegene die over de hele levenscyclus de minste impact op het milieu heeft”, zegt Nathalie de Boer. “Daarbij brengen we zoveel mogelijk factoren in rekening: de verpakking moet in de eerste plaats het product beschermen en zo lang mogelijk bewaren, maar we houden evengoed rekening met andere factoren zoals transport en opslag.”

Ondanks hun negatieve imago komen plastic verpakkingen toch regelmatig als de beste en meest duurzame keuze uit de bus. “Plastics zijn nu eenmaal uitermate geschikt om voedingsproducten langer te bewaren, waardoor ze voedselverspilling tegengaan. Maar het is ook een heel licht materiaal, waardoor bij het transport – en zeker over langere afstanden – heel wat CO2-uitstoot vermeden wordt. Om die reden beslisten we bijvoorbeeld om onze Spaanse olijfolie niet langer in een glazen fles te verpakken maar in een doorzichtige PET-fles.”

Verpakking is een gevoelig onderwerp bij klanten. “We merken dat er heel wat misverstanden bestaan. Zo is plastic niet per definitie slecht, het zorgt bijvoorbeeld voor een langere houdbaarheid. Daar zijn veel mensen zich niet bewust van. We beseffen dat we als retailer meer moeten communiceren over de keuzes die we maken. Dat kan bijvoorbeeld via boodschappen op de verpakking zelf: ‘deze verpakking is nu 20 procent lichter’, ‘nu 100 procent recycleerbaar’, ‘houdt het product langer vers’, enzovoort.”

Focus op recycleerbaar

Naast verpakkingsreductie trekt Albert Heijn volop de kaart van recyclage. “Dat werkt in twee richtingen: enerzijds zorgen we ervoor dat onze eigen verpakkingen eenvoudiger gerecycleerd kunnen worden, anderzijds maken we zelf ook meer gebruik van gerecycleerde materialen”, legt Nathalie de Boer uit.

Tegen 2025 wil Albert Heijn enkel nog volledig recycleerbare verpakkingen voor de eigen merken. Zo worden alle zwarte en gekleurde plastic verpakkingen voor vlees, vis, groenten en fruit vervangen door transparante PET-verpakkingen die beter recycleerbaar zijn. “Dat zorgt al eens voor spanningen op vlak van marketing. Denk maar aan de bijna iconische blauwe champignonbakjes die onlangs vervangen werden door transparante plastic bakjes. De blauwe kleur liet de champignons beter uitkomen en verhoogt de herkenbaarheid van het product. Maar ons standpunt is duidelijk: wanneer het voor de recyclage beter is, gaan we gewoon naar transparant, punt.”

“Hetzelfde fenomeen zien we ook bij het gebruik van gerecycleerd materiaal, dat een meer grijzige schijn geeft aan transparante verpakkingen en daardoor minder esthetisch oogt. Om die reden werken we vaak in stappen: we voeren de hoeveelheid gerecycleerd materiaal stelselmatig op: we starten bijvoorbeeld met 20 procent, gaan dan naar 30 procent, enzovoort. Daardoor merkt de klant de evolutie bijna niet. Op die manier gebruiken we in onze saladebakjes vandaag al tot 80 procent gerecycleerd materiaal, in onze vleestrays is dat zelfs al 95 procent. Flessen voor frisdranken en sappen bevatten bovendien minimaal 50 procent r-PET.”

 

Dat werkt in twee richtingen: enerzijds zorgen we ervoor dat onze eigen verpakkingen eenvoudiger gerecycleerd kunnen worden, anderzijds maken we zelf ook meer gebruik van gerecycleerde materialen.

Combinaties vermijden

Om de recycleerbaarheid van verpakkingen te verhogen, vermijden we ook gecombineerde materialen zoveel mogelijk. “Zo verwijderden we meer dan drie jaar terug al de aluminium laag uit de koffieverpakkingen van ons Perla-huismerk, waardoor de verpakking nu volledig in de recyclageketen kan worden opgenomen.” Geen evidente oefening, want aluminium vormt een ideale barrière tegen zuurstof, licht en water: cruciaal voor de bewaring van koffie. “Onze leverancier kwam met een nieuwe oplossing die we uitvoerig testten op houdbaarheid. We plaatsten de pakken zelfs op de vensterbank in het volle zonlicht, gewoon om zeker te zijn of het product wel degelijk goed bleef. De verpakking combineert nu nog twee soorten plastics, maar ook dat zijn we aan het herbekijken.”

De laatste loodjes

“De laatste percentages niet-recycleerbare verpakkingen worden uiteraard de moeilijkste”, zegt Nathalie de Boer. “Dat wordt onze belangrijkste focus voor de komende jaren. Nieuwe technologieën zoals chemische recyclage zullen daarin zeker een belangrijke rol spelen. Het is bovendien ook duidelijk dat er heel wat beweegt in de markt. Inkopers en leveranciers zijn zich aardig bewust dat het beter moet en komen zelf met nieuwe oplossingen.”

Tot slot legt Nathalie de Boer ook de nadruk op het belang van een doorgedreven samenwerking in de keten. “Je kan als individueel bedrijf goedbedoelde initiatieven nemen, maar de vraag is of op die op het einde van de rit ook tot meer recyclage leiden. We plegen daarom regelmatig overleg met recyclagebedrijven of organisaties zoals Fost Plus om inzicht te krijgen in wat er verderop in de keten gebeurt, zodat we onze keuzes daarop kunnen afstemmen. Alleen zo kunnen we de kringloop maximaal sluiten”, besluit Nathalie de Boer.